Agressief gedrag kan zowel een agressieve houding en dreigen betekenen alsook effectief aanvallen.
In het eerste geval kan de tegenstander beslissen om te reageren of om het gewoon te negeren, in het tweede geval moet hij reageren, hetzij
door mee te vechten of het gevecht uit de weg gaan en vluchten.
Dit gedrag kan men het ganse jaar door tegenkomen en is niet noodzakelijk gericht tegen één tegenstander, maar kan ook gericht zijn tegen
een ganse groep, zoals bv. de buren rondom een nest of langskomende soortgenoten.
- Dreigend staren
Het dreigend staren kan zowel eenzijdig of alternerend zijn. Pinguïns hebben geen dieptezicht en moeten dus afwisselend met het
ene of andere oog kijken.
Het zijdelings staren, zoals getoond op de foto links van de koningspinguïn met kuiken, is zwakker dan het alternerend staren, maar
heeft wel dezelfde functie. Ze moeten de tegenstander duidelijk maken dat die te dichtbij komt en dus als bedreiging wordt gezien.
Meestal is het een deel van het broedgedrag, als verdediging van nest of kuiken.
Alternerend staren zoals getoond wordt door de humboldtpinguïn rechts is nog intensiever en dreigender.
De vogel zal afwisselend met het ene en dan met het andere oog staren naar de indringer, die te dicht en te vaak bij de nestplaats komt.
Draaiend met zijn kop keert de vogel zijn tegenstander zijn wangen toe. De veren van die wangen zijn opgezet om het zwart-witte patroon nog opvallender te maken. De snavel wordt dreigend vooruit gestoken.
- Richten/wijzen en staren/aangapen
Dit is agressiever dan het voorgaande en gaat gepaard met een richten van de bek naar de tegenstander en tegelijkertijd ook het aanstaren erbij.
Het is een waarschuwing dat de andere niet nog dichterbij mag komen, want als die in het bereik van de bek zou komen, kan een snavelgevecht volgen.
Meestal gaat het ook gepaard met een grommen met open bek.
- Snavelgevecht
Zodra de tegenstander in het bereik komt van de bek van de andere, zal een snavelgevecht volgen.
Hoog opgericht slaan de vogels met de snavels tegen elkaar. Om hun ogen tegen de snavelslagen te beschermen, worden deze vaak half toegeknepen.
Deze gevechten zijn schering en inslag bij alle soorten waar vele honderden/duizenden vogels op een kleine plaats broeden.
Omdat de afstand tussen broedparen klein is, moeten ze regelmatig hun plaats of kuiken verdedigen tegenover passerende vogels die van/naar hun nest gaan.
- Aanvallen
Hier zie je een aanval van een macaronipinguïn tegenover een koningspinguïn, die in de weg liep.
De pinguïn leunt hierbij voorover, spreidt zijn vleugels en opent de bek waarbij de vogel dichterbij de tegenstander gaat.
Op de foto gaat het om een aanval in een zoo tussen pinguïns van verschillende soorten, maar dit aanvallen gebeurt ook tussen vogels van dezelfde soort.
Het kan al dan niet gepaard gaan met roepen. Dat een broedende pinguïn met eieren of kuikens het nest niet zal verlaten, ligt voor de hand.
volgend hoofdstuk: Baltsgedrag