Specifieke kenmerken: geluid/stem (mp3)
Ezelspinguïns zijn heel gemakkelijk herkenbaar door de brede witte streep die over de top van hun kop loopt.
Het is de grootste en meest vredelievende van de Pygoscelis soorten. Ze zijn het meest verbreid en tamelijk schuw.
Ze hebben een oranje snavel en de lange, stijve veren van hun staart steken uit als ze lopen.
De kuikens hebben een grijze rug met een witte buik.
Twee ondersoorten worden erkend: de P. p. papua en de kleinere P. p. ellsworthi.
© Julie Robinson
Grootte en gewicht:
Volwassen ezelspinguïns bereiken een grootte van 75 tot 80 cm.
Mannetjes hebben hun maximum gewicht van ongeveer 8 kg vlak voor het ruien, en minimum van 5,5 kg juist voor het paren.
Voor vrouwtjes bedraagt dit maximum 7,5 kg voor het ruien, maar hun minimum valt onder de 5 kg wanneer ze hun jongen verzorgen in het nest.
Naamgeving:
Twee ondersoorten worden erkend: de Pygoscelis papua papua en de kleinere Pygoscelis papua ellsworthi.
De ezelspinguïn werd voor het eerst beschreven door Sonnerat in 1776, die sprak van Manchot papou.
De ezelspinguïn kreeg deze naam nadat men deze soort in de 18de eeuw schijnbaar (vergissing) had aangetroffen in Papua / Nieuw-Guinea.
Forster gebruikte in 1781 de Latijnse naam "Aptenodytes papua", en de latere naam "Pygoscelis papua" stamt van Wagler in 1832.
Gentoo stamt van een oud woord voor Hindu; de witte band op het hoofd van de ezelspinguïn herinnerde vroegere reizigers blijkbaar aan een tulband.
In andere talen:
- Engels: gentoo penguin of soms ook Johnny penguin (vroegere zeelui)
- Duits: Eselspinguin
- Frans: manchot papou
- Spaans: pingüino de Pico Rojo of papúa of juanito
- Afrikaans: Witoorpikkewyn of Eselpikkewyn
- Portugees: Pinguim-gentoo
Broedplaatsen:
Ezelspinguïns broeden op vele sub-Antarctische eilanden. De voornaamste kolonies zijn op de Falklands, Zuid-Georgia en de Kerguelen eilanden.
Kleinere groepen vind men op Macquarie eiland, Heard Islands, South Shetland Islands en het Antarctische Peninsula.
De totale broedpopulatie wordt op meer dan 314.000 paren geschat.
Op de kaart beduiden de lichtgele cirkels de broedplaatsen van de ondersoort P. p. papua en de oranje cirkels van de P. p. ellsworthii ondersoort.
Status: gevoelig (kleiner risico), (
2008 IUCN Red List of Threatened Species)
Broedgedrag:

Er bestaat een groot tijdsverschil tussen de noordelijke en zuidelijke soorten. De noordelijke soorten beginnen veel vroeger (mei-juni) te broeden,
dan de zuidelijk gelegen kolonies (september-oktober) op het Antarctisch schiereiland en de South Shetlands,
waar het veel kouder is en langer winter blijft.
Toch zijn de kolonies nooit volledig verlaten omdat ezelspinguïns ook gedurende de winter dichtbij blijven en regelmatig in de kolonie opduiken.
De nesten bestaan meestal uit een ruwe, cirkelvormige hoop stenen, en het kan tamelijk groot worden: 20 cm hoog en 25 cm in diameter.
(zie ook
voortplanting nest)
© Elizabeth Burtt
Er worden twee eieren gelegd van elk ongeveer 130 gr. Beide ouders wisselen dagelijks af bij het uitbroeden.
De kuikens komen uit na 34 à 36 dagen.
Het jong blijft ongeveer 30 dagen in het nest, alvorens er kleine crèches gevormd worden.
De kuikens ruien tot een "tiener" pluimage en trekken na 80 à 100 dagen naar zee.
In de zuidelijke kolonies is dit in februari, bij de noordelijke soorten kan dit al veel vroeger zijn als het broedpaar vroeg in het seizoen
begonnen is.
Bij de noordelijke soorten kunnen er dus tijdens het veel langere broedseizoen kuikens van alle leeftijden door elkaar voorkomen,
terwijl dit bij de zuidelijke soorten veel meer simultaan verloopt.
Voedsel:
Ezelspinguïns leven bijna uitsluitend van kreeftjes zoals krill, terwijl vis maar ongeveer 15 % uitmaakt van hun dieet.
De gemiddelde duikdiepte ligt tussen 40 en 110 meter, met een maximum van 170 meter.
Ze jagen overdag, onder de kust en dichtbij hun nest.
Tijdens het broedseizoen jagen ze minder diep en keren veel vaker terug voor het voeden van hun jongen.
Vijanden:
Op zee hebben de zuidelijke soorten vooral te lijden van zeeluipaarden en orca's, terwijl de meer noordelijke soorten ook gejaagd worden door zeeleeuwen.
De kuikens worden gedood door reuzenstormvogels, skua's en meeuwen en op de Falklands ook door caracara's (een grote soort valk).
Deze laatsten zullen ook eieren stelen als ze de kans zien.