Deze vier soorten hebben allemaal een zwarte band die omgekeerd hoefvormig over hun buik loopt. En een Spheniscus pinguïn heeft een patroon van zwarte stippen op zijn buik, uniek voor elke vogel, waarmee men hem kan identificeren vergelijkbaar zoals met onze vingerafdruk. |
![]() |
Afrikaanse (links) en magelhaen (rechts) hebben beiden een brede
witte band van boven de ogen over de wang naar de keel. Bij de afrikaanse is deze verbonden met de 2de omgekeerd hoefvormige band over de borst, terwijl het bij de magelhaen twee aparte banden zijn. Bovendien heeft de magelhaen langere vleugels (zoals bij de humboldt) |
![]() |
|||
De Afrikaanse (boven) en humboldt (onder) verschillen door :
Gelijkenis : twee in elkaar overlopende witte banden |
Magelhaen (boven) en Galapagos (onder) verschillen door :
|
||||
![]() |
Humboldt (links) en galapagospinguin (rechts) hebben beide een smalle witte band van boven de ogen over de wang naar de keel. Bij de humboldt is deze verbonden met de tweede omgekeerd hoefvormige band over de borst, terwijl die bij de galapagos door een zwarte, wat vage streep gescheiden zijn. Beide hebben een brede roze vlek onderaan hun bek |
![]() |
![]() |
De Snares kuifpinguïn (links) en de dikbek/fjordland (rechts) verschillen
van elkaar door de witte strepen op de wang bij de dikbek. Bovendien heeft de Snares kuif een witroze (kale) streep om de bek. Bij beiden begint de kuif aan de basis van de bovenste plaat van de bek. |
![]() |
|
De Snares kuif (boven) en de grote kuifpinguïn (onder) hebben beide een kale witroze streep rond de bek, maar de Snares kuif heeft een donkerder verenkleed. De grote kuifpinguïn kan als enige z'n kuif rechtop zetten. |
De bovenste vier hebben allemaal een kuif, die begint aan weerskanten
van de bek en over de ogen naar achter loopt. Bij de grote kuif begint die aan de opening (hoek) van de bek, maar bij de andere begint ze iets hoger, nl. aan de basis van de bovenste plaat van de bek. |
||
![]() |
Bij de rotsspringer (rechts) is de kuif aan weerskanten van de bek slechts
een smalle streep die dan uitloopt in een lange uitwaaierende kuif. Achter op de kop heeft deze een zwart opstaand kuifje, en hij heeft helderrode ogen. Bij de andere soorten zijn de ogen veel donkerder. |
![]() |
|
Onderstaande pinguïns verschillen van de bovenste doordat hun oranje-gele kuif elkaar raakt boven de bek, en dan pas splitst om boven de ogen verder naar achter te lopen. | |||
![]() |
Onderscheid: De schlegel (links) heeft een witte keel, terwijl de macaroni (rechts) een zwarte keel bezit. Bovendien is de schlegel iets groter dan de macaroni. Sommige biologen beschouwen de schlegel als een ondersoort van de macaroni. |
![]() |