De eerste zeevaarders beschouwden de pinguïns als een smakelijke aanvulling van hun menu. Ze leefden toendertijd van gedroogd voedsel
en waren blij om
vers vlees te hebben, dat bovendien nog heel gemakkelijk te vangen was.
Maar niet alleen voor voedsel werden pinguïns geslacht. Pinguïns werden in de jaren 1800 tot 1900 ook gevangen en afgeslacht voor
hun
olie. Toen de pelsrobbenjagers in 1810 het Macquarie-eiland ontdekten slachtten ze eerst de pelsrobben, en toen deze bijna uitgeroeid waren,
kwamen de zee-olifanten aan de beurt. Omdat ook deze tenslotte gedecimeerd waren, richtten ze hun aandacht op de pinguïns.
Door de grote kolonies waren ze gemakkelijk te vangen en te doden. Per vogel werd er een halve liter olie "gewonnen".
Aan deze slachtpartij kwam eerst in 1919 een einde. Dat zowel de pelsrobben als zee-olifanten en pinguïns hiervan slechts heel langzaam bekomen zijn
is wel duidelijk.
Het bestand van de afrikaanse pinguïns werd dan weer bedreigd door de roof van hun
eieren. Rond 1897 werden er wel 700.000
eieren verteerd. Afgaande op de statistiek werden er op Dassen-Eiland 500.000 eieren verzameld in 1925. Toendertijd moeten er minstens een half miljoen afrikaanse
pinguïns daar gebroed hebben, terwijl het er nu nog maar 10.000 zijn.
Ook vandaag nog wordt een pinguïnei niet altijd versmaad in Zuid-Afrika en Zuid-Amerika.
In Zuid-Amerika is de afbouw van
guano, het afvalprodukt van de humboldtpinguïn, een ware ramp voor hun voortbestaan.
De mens gebruikt guano als meststof, maar door die afbouw vinden de zeevogels geen beschutting meer tegen de zon en kunnen hun holen niet meer bouwen,
met alle gevolgen vandien.
Zelfs in deze tijd zijn er nog altijd geen grenzen aan de fantasie van de industrie. Zo wou een Zuid-Amerikaanse firma in 1982 jaarlijks
48.000 magelhaenpinguïns doden om er handschoenen en andere luxe-
lederartikelen
van te maken en het vlees als lekkernij te verkopen.
In Zuid-Amerika wordt de "Centolla", een kreeft, als bijzondere lekkernij in restaurants aangeboden. Als men dan weet dat deze
gevangen worden met pinguïns als aas, vergaat iemand de lust wel. Gelukkig wordt er door verschillende natuurbeschermers, onder invloed van de Duitse Consul
Horst George in Puntas Arenas, wacht gehouden bij de belangrijkste kolonies.
volgend hoofdstuk: overbevissing